Zeker tachtig procent van de Vlaamse leraren zou opnieuw voor het beroep kiezen als zij voor de keuze zouden worden gesteld. Wel is er maar een relatief klein deel van het lerarenkorps dat vindt dat het beroep wordt gewaardeerd door de samenleving.
Dat blijkt uit de Teaching and Learning International Survey (TALIS). Dat is een grootschalig, internationaal onderzoek naar tal van aspecten van het werk en de schoolomgeving van leraren en schoolleiders. Voor Vlaanderen ging het om leerkrachten in het lager onderwijs en de eerste graad in het secundair onderwijs.
Deze ronde deden er 2665 leraren mee van 177 scholen in het lager onderwijs. Voor het secundair onderwijs ging het om 3118 leraren van 182 scholen.
Voor Vlaamse leerkrachten is het feit dat zij kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen en jongeren en daarmee aan de samenleving de belangrijkste motivatie. Tegelijkertijd vinden drie op de tien leerkrachten in het lager onderwijs dat hun beroep gewaardeerd wordt door de samenleving, tegenover een kwart van de leerkrachten uit de eerste graad van het secundair onderwijs.
Vlaanderen scoort hiermee boven het internationaal gemiddelde maar voor de eerste graad van het secundair onderwijs gaat het wel over een daling van 20 procentpunten tegenover 2013.
Uit TALIS blijkt dat de Vlaamse leraar zowel in het lager als in het secundair onderwijs met heel wat zelfvertrouwen en geloof in eigen kunnen voor de klas staat. Ze geven op bijna elk domein van klasmanagement tot leerlingenbetrokkenheid en lespraktijken, vaker dan hun Europese collega’s, aan vertrouwen te hebben in hun eigen capaciteiten.