Scholen of vestigingsplaatsen in het gewoon basisonderwijs die te weinig leerlingen tellen, krijgen vanaf volgend schooljaar twee genadejaren in plaats van één. Dat heeft de Vlaamse beslist. Dankzij deze maatregel kunnen verschillende buurtscholen verder open blijven.
Vlaanderen en Brussel hebben 2600 basisscholen en bijna 3800 vestigingsplaatsen. In dunbevolkte gebieden hebben basisscholen minder leerlingen nodig om nog in aanmerking te komen voor subsidies. Er zijn drie categorieën: gemeenten met minder dan 75 inwoners per vierkante kilometer, gemeenten met 75 tot 500 inwoners per vierkante kilometer en voor gemeenten met meer dan 500 inwoners per vierkante kilometer. Een basisschool kan zo met 24 leerlingen blijven bestaan en als die school ver van alles af ligt, volstaan zestien leerlingen.
Als een school toch te weinig leerlingen heeft, krijgt de school nog één genadejaar om meer leerlingen proberen aan te trekken. Vanaf nu krijgen basisscholen twee jaar de tijd om het aantal leerlingen op te krikken als dat dreigt te weinig te worden.
In het buitengewoon basisonderwijs was dit al langer het geval.