Het Vlaams Instituut Gezond Leven wil dat de Vlaamse overheid kinderen en jongeren beschermt tegen reclame voor ongezonde voeding. De bedoeling is dat er criteria worden vastgelegd vanuit de overheid. Dat moet de toename van obesitas bij kinderen en jongeren een halt toeroepen.

Scholen kunnen helpen

Het blijft niet bij overheidsregulering, zegt het instituut. Ook ouders hebben verantwoordelijkheid en volgens het instituut kunnen ook scholen en opvanglocaties meehelpen in de strijd tegen ongezonde voeding en obesitas: “Leerkrachten kunnen hun leerlingen leren kritisch om te gaan met reclame.”

Daarnaast pleit Vlaams Instituut Gezond Leven ook voor een gezond voedings- en drankenaanbod op school – zoals gezonde drankautomaten – een taks op ongezonde voeding en overheidsgesteunde gezondheidslabels op voedselverpakkingen.

Reclame voor ongezonde voeding

“Reclame voor ongezonde voeding doet kinderen zin krijgen in deze producten. Ze zeuren vervolgens bij hun ouders om de producten te kopen. Bovendien geloven kinderen dat een voedingsproduct met daarop hun favoriete tekenfilmfiguur ook echt lekkerder smaakt”, zegt Loes Neven, senior stafmedewerker van Gezond Leven.

In België is nu geen specifieke wetgeving rond ongezonde voedingsreclame richting kinderen en jongeren. Volgens Gezond Leven hebben 55 van de 637 ‘the Belgian pledge’ ondertekend: een afspraak waarbij zij beloven geen reclame te maken voor producten die niet voldoen aan specifieke nutritionele criteria, bijvoorbeeld het suiker-, vet-, of zoutgehalte.

“Helaas zijn die criteria veel minder streng dan de criteria van bijvoorbeeld de Wereldgezondheidsorganisatie”, zegt Loes Neven. “Met als gevolg dat reclame voor slechts een aantal voedingsproducten beperkt wordt.”

Criteria

De voedingsindustrie heeft nu zelfregulering met volgens Gezond Leven zeer bescheiden resultaten. Volgens het instituut zou overheidsregulering bijdragen aan een daling van de verkoop van ongezonde producten. Daarom dringt het Vlaams Instituut Gezond Leven aan op overheidsregulering waarbij de overheid samen met een groep van experten criteria vastlegt. Het is ook de overheid die sancties moet kunnen vastleggen en toepassen als de regels worden overtreden.

Daarbij gaat het onder meer bijvoorbeeld minimumleeftijd, criteria voor de verschillende categorieën van voedingsmiddel, de media en regels voor bijvoorbeeld gebruik van cartoonfiguren op voedselverpakkingen of sponsoring van evenementen.