Het aantal spijbelaars in het basisonderwijs is voor het derde jaar op rij stabiel gebleven. In het secundair onderwijs is wel sprake van een lichte stijging, maar die stijging is wel minder groot dan voorgaande jaren.
Afgelopen schooljaar ging het om in totaal 3.157 spijbelaars in het basisonderwijs: 0,67 procent van het totaal van de schoolbevolking. Voorgaande jaren was dat percentage 0,65 procent en 0,70 procent.
De Vlaamse regering heeft al een aantal maatregelen genomen. Er is onder meer een actieplan samen tegen schooluitval geformuleerd. Sinds dit schooljaar is een goed beleid op leerlingenbegeleiding ook een erkenningsvoorwaarde voor scholen. Aandacht voor de studiekeuze, het leerproces en de gezondheid is cruciaal zodat elke jongere zich thuis voelt op school, maximaal aanwezig is, een kwalificatie behaalt en stevig in het leven staat. Wanneer een leerling toch begint te spijbelen, is het belangrijk dat ouders en de school kort op de bal te spelen. Zo is er beslist dat de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB) sneller worden ingeschakeld als leerlingen ongewettigd afwezig zijn.
Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits : “Spijbelen kunnen we niet aanvaarden. Jongeren die spijbelen blijven vaker zitten of halen geen kwalificatie. Ouders hebben de verantwoordelijkheid om samen met de school en het CLB ervoor te zorgen dat hun kind in de klas zit en te beseffen dat er niet zoiets bestaat als een dagje onschuldig afwezig te zijn. Het is dan ook goed dat de ouderkoepels hier sinds vorig schooljaar actief over communiceren en sensibiliseren. Maar ook lokale besturen kunnen het verschil maken. Zo zien we dat er verschillende centrumsteden zijn die met succes spijbelen tegen gaan. Het toont aan dat samenwerken met verschillende partners loont om spijbelen tegen te gaan en geen enkele talent verloren te laten gaan.”