Basis- en secundaire scholen in Vlaanderen bieden tegenwoordig een evenwichtiger aanbod van dranken en tussendoortjes aan dan drie jaar gelden. Dat blijkt uit een onderzoek van het Vlaams Instituut Gezond Leven in ruim 650 scholen.

Het meest opvallende resultaat is dat 7 op de 10 secundaire scholen in het schooljaar 2017-2018 geen gesuikerde frisdranken meer aanboden, een forse verbetering in vergelijking met drie jaar geleden, toen dat in amper 3 op de 10 scholen het geval was.

85 procent van de basisscholen heeft geen gezoete melk- en sojadranken (zoals chocomelk) meer in haar aanbod (tegenover 53 procent in 2015). Zo goed als geen enkele school (99 procent) biedt groentesap aan, net als water met een smaakje (97 procent). Geen enkele bassischool heeft dranken op basis van granen, noten en zaden in haar aanbod.

Voor fruitsap in basisscholen is de tendens positief maar is er nog een inspanning nodig: 67 procent van de basisscholen biedt geen fruitsap aan.  Er is stapsgewijs verbetering merkbaar in vergelijking met de voorgaande jaren: in 2012 bood amper 30 procent van de basisscholen geen fruitsap aan, in 2015 steeg dit al naar 48 procent.

In lijn met de resultaten van 2015 neemt 90 procent van de basisscholen vandaag geen tussendoortjes uit het uitdoofbeleid op in het aanbod. Zo biedt 90 procent van de scholen geen koeken met chocolade, wafels, cake, taart, chocolade, snoep en snoeprepen aan. En zo goed als alle scholen (97 procent) geen chips, zoute nootjes en andere zoute snacks.

In 2016 besloten onder meer de Vlaamse overheid, diverse scholen en andere instanties om samen te werken om de dranken en tussendoortjes gezonder te krijgen. Het streefdoel was dat 75 procent van de basisscholen en minstens zestig procent van de secundaire scholen in 2018 geen dranken meer uit het zogenaamde uitdoofbeleid in hun aanbod opnamen (bijvoorbeeld gesuikerde frisdranken in de secundaire scholen en fruitsap in de basisscholen). En dat minstens 75 procent van de basis- en secundaire scholen geen tussendoortjes uit het uitdoofbeleid (bijvoorbeeld chips) meer aanbieden. Die doelen blijken grotendeels behaald te zijn.

Bedoeling is dat zowel basis- als secundaire scholen tegen 2021 geen dranken en tussendoortjes uit het uitdoofbeleid meer aanbieden en dat ze verder promotie maken voor dranken en voeding uit het aanmoedigingsbeleid. Dat gaat dan bijvoorbeeld over water, verse groenten, en fruit.

Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits: “De resultaten zijn een echte opsteker. Het resultaat rond de frisdranken is opvallend: die werden al niet meer aangeboden in het basisonderwijs, nu zet het secundair onderwijs een flinke stap in die richting.”

Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Jo Vandeurzen: “Onze ambitie is duidelijk: tegen 2025 willen we dat de Vlaming gezonder leeft. Het is verheugend vast te stellen dat de vooruitgang duidelijk merkbaar is.”